Plastic Recycling is een illusie
Hugo Bellaart van Trouw schreef 29 November een artikel waarin hij het huidige recycling beleid grotendeels een illusie noemt. Hij geeft aan dat ons land op de zevende plaats staat wereldwijd op de markt van plastic afval.
Ook Jeroen Wester van het NRC besteedt regelmatig aandacht aan onze (plastic) afvalverwerking. Hij geeft bijvoorbeeld in zijn artikel van 18 oktober aan dat gesorteerd afval wordt meegerekend als gerecycled in de statistieken terwijl het vervolgens wordt geëxporteerd en elders de verbrandingsoven in gaat.
Ook het programma Hofnar van POWNED besteedde op 11 november aandacht aan ons rommelende afvalbeleid, zij brachten vooral de onzin van afval scheiden in beeld.
In 2017 alweer bracht het CPB een groot onderzoek naar buiten over de zeer beperkte milieuwinst van plastic inzamelen.
Keer op keer worden wij met de neus op de feiten gedrukt maar er verandert eigenlijk niets. Zolang het afvalfonds verpakkingen (het verpakkend bedrijfsleven) , de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven (Afvalbeheer) en VNG ( de Nederlandse gemeenten) de regie over de keten behouden zal er ook niets veranderen.
Zij blijven tegen beter weten in en vaak onder invloed van financiële impulsen vasthouden aan een verouderd businessmodel. Er wordt niet ingespeeld op innovatie en er wordt niet ingespeeld op groene alternatieven. Recyclebare kunststoffen kregen een korting op de afvalheffing vanuit het afvalfonds (zonder dat daadwerkelijke recycling aangetoond dient te worden) en bioplastics werden gelijkgetrokken in tarief met normaal kunststof van fossiele grondstoffen.
Een kwart van het afval dat in Nederland wordt verbrand is geïmporteerd uit het buitenland, tegelijkertijd exporteren wij een derde van ons plastic afval naar het buitenland. Het gaat er in ons land dus helemaal niet over om het afval te verwerken en ons land schoon te houden. Afvalverwerking is een businessplan bedoeld om geld te verdienen. Daarom is er geen plek voor nieuwe veelal groene spelers en ontstaat er dus nooit een level playing field met eerlijke concurrentie.
Men houdt elkaar de hand boven het hoofd en de overheid staat er bij en kijkt er na. Hoeveel artikelen moeten er nog worden geschreven en hoeveel onderzoek moet er nog worden gedaan voordat de overheid keihard ingrijpt om deze keten te doorbreken om ruimte te geven aan groene innovatie? Alleen dan kan het groene alternatief een eerlijke kans krijgen.